erikodijk.nl

At the Rim

Woekerende vormen bedekken de wanden van de vergaderzaal van het nieuwe belastingkantoor in Doetinchem. Van plafond tot vloer kruipen plantachtigen over de muur. Je ziet bosschages, grillige takken, stronken en bomen, maar ook rots- en steenpartijen en keien begroeid met mos. De muurschildering is gerealiseerd in het kader van de percentageregeling voor beeldende kunst door kunstenaar Erik Odijk (1959) en is getiteld At the Rim. Ze bevindt zich aan de buitenwand en deels binnen in de ruimte die reeds kort na de realisatie van het gebouw, - het belastingkantoor is opgeleverd in april van dit jaar - ‘de pinda’ is gedoopt. De ovalen vergaderzaal lijkt inderdaad enigszins op de aardnoot, je kunt er vrijwel helemaal omheen lopen zodat de gestroomlijnde vorm ervan goed is te zien. ‘De pinda’ is gesitueerd nabij het trappenhuis, op een kruispunt van gangen, een hal en de kantine. Sinds kort word je dus, vreemd genoeg, overspoeld door natuur wanneer je een koffie haalt, in een vergadering zit of naar een volgend werkoverleg snelt.Het gevoel overweldigd te worden door Odijks landschap in het belastingkantoor wordt ingegeven door het karakter van At The Rim. De schaal van het werk zorgt ervoor dat je het nooit in zijn geheel kunt zien. De getekende bossen en woestijnen zijn, zoals het natuurlijke landschap, vele malen groter dan de toeschouwer. Geconfronteerd met dit imposante natuurschoon, word je als kijker een nietig figuur. Dit verschil in schaal bewerkstelligt dat Odijks wereld je, als het ware, omsluit.

Van een afstand zijn de rotsformaties, struikvormen en de oneindige leegtes die hen scheiden nog als zodanig te herkennen. Boomwortels en struiken grijpen op onnavolgbare wijze in elkaar. Onder een stapeling stenen lijkt een grot te zijn ontstaan, een door de wind geslepen rotsblok steekt er bovenuit. Elders is een curieus bosje geformeerd, verderop creeren gevallen boomstammen en knoestige stronken een bizarre constellatie: het resultaat lijkt op een hut, een wigwam. De wonderlijke verschijnselen zijn als vorm fascinerend. Ze zijn feitelijk door de natuur gecreeerd en in hoge mate sculpturaal. Odijk trof ze aan tijdens zijn reis door de Verenigde Staten, zo licht hij toe. De foto’s die hij maakte van de Grand Canyon, de Bryce Canyon, Sunset Crater en in Arcosanti fungeren als basis voor zijn tekening. Met zijn werk wil Odijk de kijker, als het ware ‘aan de rand’ (At The Rim) laten staan van zo’’n gebied. Achter de struiken, de bomen en de steenpartijen met ligenen (korstmossen) schuilt niet de volle vorm van ‘de pinda’, zo suggereert de kunstenaar. Er is alleen maar leegte, een klif, een spleet of een spelonk, een afgrond: het grote niets. Vergeleken bij die natuurlijke grootsheid wordt de mens automatisch gereduceerd tot een mier.

Feitelijk bestaat At The Rim uit een samenstelling van foto’’s, het is dus een imaginair landschap. Kom je dichter bij de tekening, dan realiseer je je inderdaad hoezeer de weergegeven natuur door mensenhanden is gemaakt. Sta je met je neus op het werk, dan zie je de lijnen van het pastelkrijt en de houtskool waarmee de 100 vierkante meter ‘natuur’ van At The Rim is geschapen, de streken waarmee vermolmd hout zijn getekend en verfijnd, de patronen waarmee de blokken lava, het gebladerte en de mossen zijn geconstrueerd. Naast het zwarte houtskool is met roestbruin, roze, oranje en geel gewerkt. De keuze voor de kleuren is bepaald door de natuur ter plekke, zo vertelt Odijk. De Canyon en de woestijn zijn werkelijk gehuld in een oranjeachtige gloed. Door de combinatie van kleuren en lijnen wordt een bijna abstract visueel ritme tot stand gebracht, waardoor de architectonische, voorheen roerloze wand van ‘de pinda’ soms, zo lijkt het, beweegt.

Het is dit wankele onderscheid tussen een ‘ander’, denkbeeldig universum en het feitelijke leven dat de aantrekkingskracht van Odijks werk bepaalt. De weelderige vormen zijn soms ronduit wulps, ze verleiden, net zoals de pinakels en ravijnen, de lieflijke gewassen, gladde rotsen en vlijmscherpe staketsels, op hun eigen manier. Het is de vraag of een kind graag speelt in dit woud, dat feeeriek oogt, maar ook onherbergzaam, huiveringwekkend, wild en ruig. De passant in het belastingkantoor in Doetinchem wordt meegevoerd in At The Rim, Erik Odijk dwingt de toeschouwer zich te positioneren, halverwege tussen droom en adembenemende realiteit.

Ilse van Rijn.
November 2011.
(SMAAK 54)