erikodijk.nl

Lange lijnen in de tijd

Mark Kremer (2010)

Praktijk
Erik Odijk maakt tekeningen in zijn atelier en op expositieplekken waar hij in situ op de wand werkt. Protagonist in zijn oeuvre is de natuur, de kunstenaar trekt door wilde landschappen en grijpt in zijn werk terug op de ervaring van de plek. Zijn getekende landschappen zijn lieflijk en woest. Een gelaagde tekenstijl maakt het spinsel van de tijd en haar langzame greep op de natuur voelbaar. De stijl is traditioneel; in formeel opzicht doet ze denken aan de hallucinante lijnvoering in de landschappen van Jan Toorop uit de periode van het Symbolisme. Erik Odijk verbeeldt de levenskracht en duisternis van de natuur. Zijn werk is doordrongen van de idee dat het werkelijk ondergaan van de natuur een roeservaring is waar we in onze tijd moeilijk toegang toe hebben. Om deze reden krijgt de fotografie in zijn huidige werk een belangrijker plaats. Recentelijk stelt Erik Odijk fotoreeksen samen van zijn tochten door landschappen, en hiermee wordt er een objectieve blik op de ervaring van de plek in het spel gebracht. De foto’s vormen een contrapunt voor de tekeningen, en zijn een uitbreiding van het onderzoek naar de natuurervaring in de 21ste eeuw.

Situering
Het oeuvre van Erik Odijk (*1959) wortelt in de jaren tachtig. In die tijd ontstonden originele plastische oeuvres, deels als reactie op de iconoclastische reflex van de conceptuele kunst. In Erik Odijks werk vind je ook een conceptuele ascese terug maar die wordt gecombineerd met haar tegenhanger: formele exuberantie (denk aan de Barok en het al genoemde Symbolisme). Zo wil de kunstenaar traditie en moderniteit bij elkaar brengen. Voor zijn vroege werk, en de ontwikkeling van een beeldtaal, kijkt Erik Odijk naar de traditie. Hij is een kunstenaar van de jaren tachtig, omdat hij weer lange lijnen in de tijd wil trekken (net als de kunstenaars van de neo‐stijlen). In de Nederlandse context deelt hij die interesse met generatiegenoten als Jan van de Pavert, Fortuyn/O’Brien en Harmen Brethouwer, die elk op een eigen manier inzoomen op aspecten van de moderne cultuur en haar geschiedenis. De natuur en de natuurervaring vormt voor Erik Odijk een lens om het kruispunt van traditie en moderniteit in beeld te brengen. In zijn eigen kunstenaarsteksten schrijft hij hier expliciet over, zoals wanneer hij verwoordt wat er gebeurt als hij de wildernis opzoekt in natuurreservaten waar natuur een decor is geworden.

Positie
Erik Odijk neemt een romantische kunstenaarspositie in. In deze context noemt hij Richard Long als een belangrijk kunstenaar. Zijn eigen oeuvre is een afspiegeling van de individuele (natuur)ervaring en wil daarmee samenvallen, maar het is tegelijk doordrenkt van een besef van onmogelijkheid, van de radicale grens die een intense ervaring scheidt van de overdracht. Het opzoeken van de natuur, het verlangen om met de natuur te versmelten, gaat terug op de Romantiek. In de periode van de Romantiek ontstaat een nieuw paradigma waarin consensus op basis van denken vervangen wordt door verschil ‐en acceptatie ervan‐ op basis van gevoel. Maar de ontdekking van een individuele gevoelswereld door dichters, denkers en kunstenaars had een sterk reflectieve component. Men raakte gefascineerd door de wereld van het gevoel: een zone waarin de mens, niet meer gekluisterd door ratio, bevrijding zou beleven. Maar men besefte terdege dat de mens in die wereld langs zijn eigen afgrond scheert, zoals geïllustreerd door Lenz, de novelle van Georg Buchner uit 1832, waar het hoofdpersonage aan zijn gevoel i.e. natuur is overgeleverd en die blijkt onontkoombaar en fataal. Lenz leest als waarschuwing: net als in de Romantiek omarmen kunstenaars van nu de romantische gedachte maar houden haar tegelijk op afstand. Zo weet Erik Odijk op zijn tochten door de natuur waar het ravijn is, omdat er een reling voor staat. Zijn oeuvre werpt de vraag op hoe het tegenwoordig zit met de romantiek van de natuur en het maakt duidelijk dat we er nog steeds niet goed zonder kunnen.

Statement
Het oeuvre van Erik Odijk is belangrijk door de pregnante verbeelding van een van de grote onderwerpen van onze tijd: de veranderende perceptie van de natuur. In zijn werk betrapt hij het gespleten gevoel van de natuurreiziger, die weet dat elke stap die hij zet mogelijk schade toebrengt aan deze omgeving maar die niettemin de roep van de wildernis niet kan weerstaan. De innerlijke tegenstrijdigheid die deze kunstenaar/reiziger ervaart, komt op een overtuigende manier naar voren in zijn teksten over de huidige roep om natuur in onze cultuur. In zijn tekst voor de studiereis Power of Place in de Verenigde Staten in 2007 schrijft Erik Odijk:
“Arcadische dualiteit is een thema waarin ik me verdiep. De twee soorten Arcadië: ruig en lieflijk, donker en licht… Het pastorale Arcadië van de goede smaak, harmonie en aangepaste vormen tegenover het woeste, ruige en verontrustende Arcadië zoals een wildernis. Aan beide vormen was en is nog steeds behoefte. Veel stads‐ en landschapsparken in stedelijke gebieden passen in het lieflijke Arcadië, het zijn plekken voor ontspanning, recreatie en sociaal verkeer. Sociale plekken met sociale bomen, sociale heuvels en sociale waterpartijen ondersteund door sociale voorzieningen en infrastructuur. Daarnaast is er weer behoefte aan ‘wilde natuur’. De tendens is om onze arcadische agrarische cultuurlandschappen om te vormen tot wilde natuur. Men steekt dijken door, creëert riviervlietbossen die blootstaan aan en gevormd worden door natuurlijk geweld, compleet met op zichzelf teruggeworpen ‘wilde dieren’. Waar ligt de grens tussen het geordende en veilige landschap van tuinen, parken en cultuurlandschappen en het ruige, wilde ‘onherbergzame’ landschap waar zoveel angst voor is? Is die grens er wel?”